Is er werkelijk een tekort aan dierenartsen?

Het is vakantietijd, tijd voor ontspanning, bezinning en verdieping. Vandaar een wat langer blog, om dieper in te gaan op het tekort aan dierenartsen in Nederland. Pak een kop koffie (of wat anders) en ga er lekker voor zitten…

De drukte in de praktijk lijkt, in vergelijking met de corona-jaren, wat beter beheersbaar te zijn. Dat is de feedback die wij van veel dierenartsen en paraveterinairen krijgen. Waarmee niet gezegd is dat er geen werkdruk meer ervaren wordt, integendeel. Er is nog altijd behoefte aan meer handjes, zowel van dierenartsen als paraveterinairen. De krapte op de arbeidsmarkt wordt nog altijd gevoeld, al zijn er ook voldoende praktijken die de openstaande vacatures ondertussen gevuld hebben. Is er wel sprake van een tekort aan dierenartsen? Zo ja, hoe lossen we die krapte op? Zo niet, waar komt dan die hoge werkdruk vandaan?
digiredo-blog-is er werkelijk een tekort aan dierenartsen-onderzoek

Onlangs voerden wij een interessante discussie op LinkedIn naar aanleiding van een publicatie van onderzoeksbureau SEO over de knelpunten en perspectieven van de arbeidsmarkt voor dierenartsen. Hoewel nauwkeurige data ontbreken, wordt er een structureel tekort aan dierenartsen verwacht als de vraag naar diergeneeskundige hulp vanuit de markt blijft groeien, vooral in de GD-praktijk. Dit tekort kan oplopen tot wel 2000 ftes in 2040. Om het aanbod van dierenartsen te laten groeien zijn belangrijke beleidskeuzes nodig die de instroom van dierenartsen verhogen en de uitstroom verlagen. Daarvoor worden een vijftal aanbevelingen gedaan, waarover later meer. 

Beperkte data

Voordat we daarnaar kijken, eerst een kritische kanttekening bij de data die inzicht in onze arbeidsmarkt moeten geven. Om kort te gaan, die is er niet (wat door SEO ook onderkend wordt). Er is geen centraal orgaan dat de vraag naar en het aanbod van dierenartsen bijhoudt. Door diverse bronnen te raadplegen en met behulp van een eigen onlineonderzoek heeft SEO een ruwe schatting gemaakt van een aantal belangrijke kengetallen (zie tabel). Deze cijfers suggereren dat het aanbod aan dierenartsen per saldo groeit, al zijn er geen gegevens over de uitstroom van niet praktiserende dierenartsen. Maar een groeiend aanbod of niet, dat zegt nog niks over een eventueel tekort.  

Een aantal belangrijke vragen wordt namelijk niet gesteld: hoeveel fte dierenarts is er nodig om aan de huidige vraag naar veterinaire zorg te voldoen? Hoe groot is de vraag naar diergeneeskunde? Ook hier is geen betrouwbare data voor beschikbaar. Kijken we naar de gezelschapsdieren, dan is er een goed beeld van de ontwikkeling van de huisdierenpopulatie in Nederland (zie Dibevo). Hoeveel huisdieren de dierenarts bezoeken en met welke frequentie is echter niet bekend. 

Tabel: belangrijke kengetallen arbeidsmarkt dierenartsen Nederland (grond: SEO)
Tabel: belangrijke kengetallen arbeidsmarkt dierenartsen Nederland (grond: SEO)

Tekort cijfermatig niet aantoonbaar

Of er op dit moment een tekort is aan dierenartsen is cijfermatig dus niet vast te stellen. Ook de WUR komt in een onderzoek uit 2020 tot deze conclusie en stelt zelfs dat dit ook voor de toekomst (nog) niet is vast te stellen. Toch spreekt de markt zelf wel van een tekort.

Uit een enquête van de KNMvD uit 2022 (TvD 147(3)) blijkt dat praktijken behoefte hebben aan gemiddeld 0,5 fte dierenarts per praktijk (fte = full-time equivalent, het aantal arbeidsuren van een dierenarts die voltijds werkt). Wat voor de GD-markt een tekort van 1200 fte zou betekenen. Deze inschatting op praktijkniveau is met name gebaseerd op de werkdruk die ervaren werd, vooral tijdens de corona periode. In deze periode groeide de huisdierenpopulatie fors, was er, mede door de pandemie, minder personeel beschikbaar en konden er door de beperkende maatregelen minder klanten per tijdseenheid geholpen worden.

De werkdruk is sinds het einde van de pandemie duidelijk afgenomen, waarmee het tekort wat op dit moment ervaren wordt waarschijnlijk een stuk lager ligt. 

Drukte kun je meten

Dat de werkdruk in GD-praktijken de laatste jaren is toegenomen is overduidelijk. Veel dierenartsen en paraveterinairen geven aan dat ze het werk dat gedaan moet worden niet aan kunnen in de tijd die ze daarvoor krijgen. Het is belangrijk om deze ervaring te erkennen. Wanneer een groot deel van een team zegt druk te ervaren, dan is dat zo. Minstens zo belangrijk is om er wat mee te doen. Dit begint met het achterhalen van de oorzaak van de verhoogde werkdruk. Komt het door een te groot aanbod van klanten, door het onvoldoende efficiënt genoeg werken of door een combinatie van deze twee? Dit kun je berekenen op basis van data uit het Praktijk Management Systeem (PMS). Wij vertalen deze data naar objectieve kengetallen, die uiteindelijk beter te duiden zijn dan ieders persoonlijke ervaring.  

Op dit moment bedient gemiddeld één fte dierenarts,
1092 klanten die gemiddeld 4,6 keer per jaar de praktijk bezochten,
wat gemiddeld 5000 transacties per fte dierenarts betekent.

Aantal klanten per FTE dierenarts

Als eerste kijken we naar het aantal klanten per fte dierenarts. Bij consulten van 15 minuten kan 1 fte dierenarts tussen de 1000 en 1100 klanten per jaar goed bedienen, wat gemiddeld leidt tot tussen de 5000 en 5500 transacties per fte dierenarts per jaar. Komt het aantal daarboven, dan neemt de werkdruk toe doordat er te weinig dierenartsen zijn om alle klanten goed te kunnen bedienen.

Op dit moment bedient gemiddeld één fte dierenarts, 1092 klanten die gemiddeld 4,6 keer per jaar de praktijk bezochten, wat gemiddeld 5000 transacties per fte dierenarts betekent. Dit suggereert dat het aanbod van klanten gemiddeld nog net goed bediend kan worden (data afkomstig uit het Grip op je praktijk dashboard van digiRedo). 

Bezettingsgraad

Een andere indicator voor drukte is de bezettingsgraad. Hierbij kijken we op jaarbasis naar het aantal consult-afspraken dat je als praktijk gemaakt hebt ten opzichte van het totaal aantal consulten dat de praktijk aanbiedt. Komt de bezettingsgraad boven de 80%, dan zul je zien dat de agenda vaak is volgepland en er weinig bufferruimte is voor spoedgevallen, uitloop of andere onvoorziene omstandigheden. De drukte wordt veroorzaakt doordat het aanbod aan klanten te hoog is.

Ligt de bezettingsgraad onder de 75%, dan kan de praktijk in potentie het klant-aanbod prima aan, maar wordt de drukte vooral veroorzaakt door de manier waarop het werk georganiseerd is. Gemiddeld hebben we (nog) geen goed beeld van de bezettingsgraad. Echter, daar waar we de bezettingsgraad meten zien we regelmatig een bezetting lager dan 75%, terwijl er in die praktijken wel een hoge werkdruk ervaren wordt. Door kritisch te kijken de manier van werken is deze werkdruk beter beheersbaar te maken. Daarbij kijken we naar zaken als de verdeling van taken, het indelen van de werkzaamheden over de dag en het beheer van de agenda. Door efficiënter te gaan werken neemt de werkdruk af en nemen werkplezier en klanttevredenheid toe. 

digiredo-is er werkelijk een tekort aan dierenartsen-blog-juli-Photo by National Cancer Institute on Unsplash

Beleidsmaatregelen

Terug naar de eerdergenoemde aanbevelingen van het SEO om het veronderstelde tekort aan dierenartsen op te vangen. Het streven is om wordt de instroom te bevorderen en de uitstroom te voorkomen. Laten we ze eens nader bekijken: 

1. Buitenlandse dierenartsen beter ondersteunen om de Nederlandse taal te beheersen.

Wat opvalt is dat 42% van de jaarlijkse instroom aan dierenartsen uit andere EU-landen dan Nederland en België komt. Om een goede kwaliteit diergeneeskunde te kunnen leveren is beheersing van het Nederlands essentieel. Praktijken die buitenlandse dierenartsen aannemen hebben hierin een verantwoordelijkheid, maar lijken die niet altijd te nemen, waardoor deze dierenartsen klanten mogelijk niet optimaal kunnen helpen. Hoe groot dit probleem echter is, is niet duidelijk.

2. Het verhogen van het aantal opleidingsplaatsen tot dierenarts aan de Universiteit Utrecht.

Vorig jaar heeft de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht de opleidingsplaatsen in de master verhoogd van 190 naar 240. Hierbij is zij-instroom vanuit andere opleidingen mogelijk. Echter, de instroom vanuit Gent zal naar verwachting dalen vanwege een beperkter aantal studieplaatsen en vanwege de instelling van een toelatingstest. Hierdoor zal per saldo de toename van instroming lager zal zijn dan de toename in het aantal opleidingsplaatsen. Daarnaast zal het minimaal 3 jaar duren voordat deze maatregel effect gaat hebben.

3. Een hogere beloning voor, met name vrouwelijke, dierenartsen.

Ook in onze branche hebben vrouwelijke dierenartsen, helaas, een lager inkomen dan hun mannelijke collegas, wat een reden is voor vrouwelijke dierenartsen om de praktijk te verlaten. Dat dit gelijkgetrokken moet worden lijkt me evident, waarbij het effect op een verminderde uitstroom niet het belangrijkste argument mag zijn, maar wel mooi is meegenomen.

4. Een opleiding tot paraveterinair op HBO niveau.

We zien in de praktijk dat er steeds vaker paraveterinairen worden ingezet voor het direct bedienen van klanten en behandelen van patiënten. Dit om de werkdruk op de dierenartsen te verlagen. Vooralsnog beperkt dit zich tot preventieve programmas, zoals het begeleiden van puppys en het monitoren van obesitas en diabetespatiënten. Invasieve handelingen zijn wettelijk, zonder expliciet toezicht van een dierenarts niet toegestaan. Een opleiding op HBO-niveau, vergelijkbaar met de humane verpleegkunde, zou hierbij van toegevoegde waarde zijn. Maar voor het zover is zijn we minstens 5 tot 7 jaar verder.

5. Een begeleidingsprogramma voor jonge dierenartsen die de overgang van studie naar arbeidsmarkt verbetert.

Bijna 1 op de 5 jonge dierenartsen verlaat de praktijk binnen 5 jaar na afstuderen. Een schrikbarend hoog aantal, waarbij de hoge werkdruk en onvoldoende begeleiding als belangrijke redenen worden genoemd.

Daarnaast sluiten de kennis en vaardigheden, opgedaan tijdens de (laatste fase) van de opleiding onvoldoende aan op wat nodig is in de eerstelijnspraktijk. Zo zijn jonge dierenartsen onvoldoende getraind in communicatieve vaardigheden en hebben ze een zeer beperkte klinische en chirurgische ervaring. Een goede en intensieve begeleiding in de praktijk zodra ze de arbeidsmarkt betreden zorgt voor meer zelfvertrouwen, waardoor ze voor de praktijk ook sneller zelfstandig in te zetten zijn.

Onlangs hebben wij in samenwerking met Annick Dijk (Aeres Hogeschool) onderzoek gedaan naar de invulling van en dergelijk programma om vroegtijdige uitstroom zoveel mogelijk te voorkomen. Hierover binnenkort meer.

Van alle aanbevelingen van het SEO lijkt het begeleidingsprogramma voor jonge dierenartsen het meest relevant om zo snel mogelijk instromende dierenartsen zelfstandig en effectief te kunnen laten werken in de markt en om uitstroom te voorkomen. Maar een belangrijke aanbeveling ontbreekt: 

6. Het werk in de praktijk efficiënter organiseren en plannen.

In veel praktijken wordt een hoge werkdruk ervaren die vooral wordt veroorzaakt door een inefficiënte manier van werken. Door de manier van werken in de praktijk te observeren, te analyseren en vervolgens aan te passen is een efficiëntieverbetering te bereiken van 10 tot 15%.

Het georganiseerder werken leidt, naast een lagere werkdruk, tot meer werkplezier. Het werk kan namelijk gedaan worden binnen de gestelde tijd, waarmee uitloop en overwerk slechts incidenteel voorkomen. Waarmee de perceptie van een tekort aan dierenartsen in deze praktijken zal afnemen.

In veel praktijken zal efficiënter werken leiden tot een
zodanige verlaging van de werkdruk dat het aanbod aan werk
met het bestaande team uitgevoerd kan worden.

Conclusie

De werkdruk in de dierenartsenpraktijk wordt als hoog ervaren en in de behoefte aan meer handjes wordt lang niet overal voorzien. Er lijkt dus sprake van een tekort aan dierenartsen, al is dit cijfermatig niet onomstotelijk vast te stelen. Naast de beperkte gegevens over instroom en uitstroom van dierenartsen, is er geen concrete informatie beschikbaar over de werkelijke vraag van de diereigenaar naar veterinaire zorg en het aantal dierenartsen dat in de praktijk nodig is om aan deze vraag te kunnen voldoen. Op basis hiervan is beter vast te stellen welke instroom gewenst is om aan de vraag te kunnen voldoen. Verder onderzoek is hiervoor nodig. 

Of er nu wel of geen tekort aan dierenartsen is, er zijn twee zaken waar direct actie op genomen kan en moet worden. Ten eerste zal iedere praktijk waar een hoge werkdruk ervaren wordt moeten achterhalen waar deze door veroorzaakt wordt. Zo kan er gericht actie ondernomen worden om de werkdruk beter beheersbaar te maken. In veel praktijken zal efficiënter werken leiden tot een zodanige verlaging van de werkdruk dat het aanbod aan werk met het bestaande team uitgevoerd kan worden.  

Ten tweede zal een goed begeleidingsprogramma voor jonge dierenartsen ervoor zorgen dat zij sneller zelfstandig en met zelfvertrouwen inzetbaar zijn voor de praktijk, waarbij de kans op het voortijdig verlaten van de praktijk zal verlagen.

Over beide onderwerpen zijn wij nog niet uitgepraat. We komen hier binnenkort nog uitgebreid op terug. Maar we horen graag hoe jij hierover denkt.

2 gedachten over “Is er werkelijk een tekort aan dierenartsen?”

  1. 1. Geen ervaring mee maar eens.
    2. Helder.
    3. Te zot voor woorden!
    4. Blijft wel interessant om te verkennen. Vooral voor de paraveterinairen zelf. Een aantal zijn al HBO-opgeleid en hebben daarnaast het diploma paraveterinair behaald. Dit zal de termijn tot de toegevoegde waarde aanzienlijk kunnen verkorten.
    5. Ligt ook in het aannamebeleid. Is het vooraf duidelijk wat er van hen gevraagd gaat worden als ze zijn afgestudeerd? Wat het vak daadwerkelijk inhoud? Inclusief hard werken met je voeten in de klei. En ieder dier heeft een eigenaar waar mee gecommuniceerd moet worden.
    6. Ook een interessante. Het moet wel eerst (h)erkend worden.

    Beantwoorden
  2. Mooi overzicht.
    Als Aeres docent en komende uit het bedrijfsleven( HRM en Bedrijfskunde) gepleit voor het invoeren van HRM lessen. Het afgelopen jaar was het dan zover: gestart met HRM lessen en HRM trainingen. Bovenstaande zaken komen natuurlijk aan de orde. Ook begeleid ik studenten met afstuderen op het gebied van HRM / DA praktijk. Ik mis in het verhaal nog wel hoe medewerkers aangetrokken en behouden kunnen worden door middel van( hedendaagse) AVW, de invloed van goed management, wat technologie kan doen en het ‘ goede verhaal’ vertellen.

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Deel deze blog met anderen!