Het probleem dat wij in Nederland ervaren is niet uniek. De landen om ons heen ervaren hetzelfde: een groeiende vraag naar diergeneeskunde in een markt waar het aantal dierenartsen en paraveterinairen niet meegroeit of zelfs afneemt. Hierdoor stijgt de werkdruk wat vervolgens leidt tot stress en een negatieve werksfeer. Het ziekteverzuim neemt toe, waardoor de werkdruk voor het overgebleven personeel verder stijgt. Een vicieuze cirkel dreigt, met als gevolg dierenartsen en paraveterinairen die de praktijk definitief de rug toekeren.
Positieve en negatieve werkcultuur
In de humane zorg is aangetoond dat er er een relatie bestaat tussen het verloop van personeel en een negatieve, niet motiverende werkomgeving. Omgekeerd geldt hetzelfde, zorginstellingen met een positieve werkomgeving ervaren meer loyaliteit onder het personeel. Voor VetX International reden om dit eens te onderzoeken in de dierenartsenpraktijk: wat is de relatie tussen een aantal belangrijke leiderschapsfactoren en de cultuur van de praktijk?
Enquete voor leidinggevenden
Voor het onderzoek werd een enquete ontwikkeld voor medewerkers binnen een dierenartsenpraktijk met een leidinggevende rol (zoals praktijkeigenaren, praktijkmanagers, clinical directors, teamleider paraveterinairen etc). Aan de hand van vier vragen werd een beeld gekregen van de werkcultuur en het leiderschap:
- Heeft de praktijk een duidelijke visie ontwikkeld?
- Heb je moeite om tijd te reserveren voor management en leiderschap werkzaamheden?
- Zie je ongewenst gedrag (gedrag dat tot stress leidt onder het team en een negatief effect heeft op de motivatie) op de werkvloer dat niet gecorrigeerd wordt?
- Heeft de praktijk moeite met het werven van goed personeel?
Tot slot werd gevraagd in hoeverre de heersende werkcultuur helpt om de gestelde praktijkdoelen te halen. De laatste vraag werd gescoord op een op een numerieke schaal van 1 tot 10 (1= helemaal niet, 10=volledig). De respondenten werden voor elk van de vier vragen onderverdeeld in twee groepen op basis van hun antwoord (‘ja’ of ‘nee’). Voor iedere groep werd vervolgens de gemiddelde culturele score berekend. Onderstaande figuur geeft hiervan de resultaten weer. Daaruit blijkt dat alle vier de factoren een duidelijk effect hebben op de cultuurscore. In totaal deden 94 leidinggevenden mee aan het onderzoek.
Zorg voor een visie
Een concreet ontwikkelde visie geeft richting en daarmee focus aan een organisatie. Het creëert gezamenlijke doelen voor iedereen die voor de organisatie werkt. Een visie heeft daarmee een positieve invloed op de werkcultuur, je weet immers als team waar alle inspanningen uiteindelijk toe leiden. Uit de studie blijkt dat 44,7% van de respondenten aangeeft dat er, bij hun weten, geen visie ontwikkeld is. Dit uit zich in een lagere cultuurscore dan in de praktijken waar wel een visie ontwikkeld is (6,5 versus 7,4). Opvallend was dat 60% van de praktijkeigenaren aangaven een visie te hebben, terwijl dit onder praktijkmanagers slechts 38,2% was. Dit suggereert dat de visie van een praktijk niet altijd expliciet wordt gedeeld op de werkvloer. (Hoe je een goede visie ontwikkeld is een verhaal apart, daarover een andere keer meer).
Planning en time-management grootste uitdaging
De meeste respondenten geven aan grote moeite te hebben met het goed plannen van alle werkzaamheden. Vooral wanneer er zowel klinische als management verantwoordelijkheden zijn. Bij een hoge werkdruk wordt er meer prioriteit gegeven aan het klinische werk dan aan de managementtaken. De klant gaat immers altijd voor. Uiteindelijk gaat dit ten koste van het borgen van een positieve werkcultuur. ‘Het cement tussen de stenen’ brokkelt af en daarmee gaat samenhang in het team verloren. De cultuurscore is in deze gevallen duidelijk lager dan wanneer de management activiteiten wel goed gepland en uitgevoerd kunnen worden (6,7 versus 7,5).
Ongewenst gedrag heeft veel negatieve invloed
In totaal geeft 40,2% van de respondenten aan dat er sprake is van ongewenst gedrag op de werkvloer wat een negatieve invloed heeft op het moraal van het team. Uit de cultuurscore blijkt dat dit de grootste invloed heeft op de werkcultuur (6,2 versus 7,5), wat een opvallende bevinding was. De impact van ongewenst gedrag is blijkbaar groot, zeker wanneer dit niet expliciet gecorrigeerd wordt. Onderzoek in de humane gezondheidszorg toont aan dat wanneer leidinggevenden getraind zijn in conflicthantering, dit de onderlinge samenwerking en de productiviteit van het team verbetert. Aandacht op dit gebied is dus gewenst om leidinggevenden voldoende vaardigheden te geven om ongewenst gedrag effectief aan te kunnen pakken.
Een positieve cultuur trekt mensen aan
Praktijken die moeite hebben met het aantrekken van personeel lieten een lagere cultuurscore zien (6,7 versus 7,5). Dat lijkt logisch. Immers, wie wil nu er werken in een omgeving waar een negatieve sfeer heerst op de werkvloer? Deze studie toont niet onomstotelijk aan dat de cultuur hierin leidend is (trekt de positieve cultuur goed personeel aan of zorgt goed personeel voor een positieve cultuur?). Toch zal de eerder genoemde vicieuze cirkel geen positieve effect hebben op de werkcultuur. Er is een groeiend tekort aan personeel, waardoor de keuze van werkzoekende dierenartsen en paraveterinairen waar te gaan werken groot is. Daarmee zal eerder gekozen worden voor een praktijk waar de sfeer positief is.
Cumulatief effect
De vier factoren hebben een cumulatief effect hebben op de cultuurscore. Gemiddeld scoorden de 12 praktijken die alle vragen met ‘nee’ beantwoordden hun cultuur met 5,3, waar de 13 praktijken die alle vragen met ‘ja’ beantwoordden hun cultuur scoren met een van 8,0. Hieruit blijkt dat de vier factoren een versterkend effect op elkaar hebben. Wanneer een praktijk zijn werkcultuur wil verbeteren is het dus van belang om al deze factoren te onderzoeken en te verbeteren.
Je cultuur is je merk
Goed leiderschap is essentieel om een positieve werkcultuur te creëren. Door aandacht te geven aan de vier genoemde factoren (visie, goede planning en time-management, het voorkomen van ongewenst gedrag en een goed wervingsbeleid) geef je voeding aan een positieve cultuur. Dit geeft mede vorm aan de identiteit van je praktijk. Je cultuur is representatief voor het merk dat je bent. Je cultuur is de reputatie van je praktijk naar je klanten en je medewerkers, nu en in de toekomst. De aandacht hiervoor mag nooit verslappen, goed leiderschap vraagt om een continue focus op het in stand houden van die positieve cultuur. Daarom is de investering in management zo belangrijk voor een duurzame en succesvolle dierenartsenpraktijk.
Dit onderzoek is uitgevoerd in het Verenigd Koninkrijk, maar is prima te extrapoleren naar Nederland. Kijkend naar de huidige markt, dan verwachten wij dat de situatie vergelijkbaar is. Wil je je personeel behouden en gezond houden, dan zul je kritisch naar je cultuur en het leiderschap van de praktijk moeten kijken.
Hoe gaan je medewerkers met elkaar om? Hoe stuur je ze aan? Hoe zorg je dat er voldoende tijd is om je team goed aan te sturen? Wat zijn de gemeenschappelijke doelen en welke visie heeft de praktijk? Hoe werf je nieuw personeel? Vragen die je serieus tegen het licht moet houden. Doe je dat, dan biedt dat goede kansen om je cultuur te verbeteren. Wij zien namelijk sterke verbeteringen op de werkvloer bij vrijwel alle praktijken waarmee we met deze thema’s aan de slag zijn gegaan.
Ben je benieuwd naar de situatie in jouw praktijk? Neem dan contact met ons op. Wij kunnen je helpen met het in kaart brengen van je cultuur en met het verbeteren van de factoren die de meeste aandacht behoeven.
Wil je het onderzoek van VetX International nog eens op je gemak nalezen? Hier kun je het gehele rapport downloaden.